Een Ving Tsun-les begint veelal met een conditietraining. De oefeningen zijn kort, krachtig en explosief, precies zoals het gevechtssysteem zelf. Goede techniek is belangrijk, maar zonder conditie heb je daar in een echte gevechtssituatie weinig aan. Door spanning en adrenaline verbruikt je lichaam namelijk veel meer energie. Daarom trainen we vanaf het begin lichaam en uithoudingsvermogen op een manier die aansluit bij het daadwerkelijke vechten.
Daarna gaat iedereen zelfstandig aan de slag met de vormen. De lesmethode is competentiegericht: niet simpelweg nadoen, maar begrijpen wat je doet. Zelfstandigheid en nadenken over je bewegingen vergroten niet alleen je technische niveau, maar ook je zelfvertrouwen. Beginners starten met de eerste vorm, Siu Lim Tao, waarin de basis van houding, stoten en principes van Ving Tsun wordt gelegd.
Na de vormen volgt partnertraining. Een belangrijk onderdeel is Chi Sau, waarbij reflexen worden getraind via constant armcontact. Daarnaast werken we aan stootzaktraining, balans en timing, dummytraining en in latere fases ook sparren. Voor beginners ligt de nadruk op het leren 'lopen', draaien, stappen en het controleren van het lichaam. De opbouw is rustig en logisch — liever kwaliteit dan zoveel mogelijk technieken in korte tijd. Het gaat er uiteindelijk om of je de bewegingen in een echt gevecht kunt toepassen.
Een volledige training duurt twee uur. Wie hard werkt, boekt snel vooruitgang, maar één les per week is eigenlijk te weinig. Ving Tsun betekent letterlijk “vaardigheid door hard werken”, en de grootste bedreiging volgens Wong Shun Leung is dan ook: onvoldoende training. Inzet en regelmaat bepalen hoeveel diepgang je bereikt.
Het volledige systeem bestaat uit drie basisvormen — Siu Lim Tao, Chum Kiu en Biu Jee — aangevuld met stootzaktraining, verschillende Chi Sau-oefeningen, dummytraining en wapenvormen zoals de stok en de vlindermessen. De vormen lijken niet op schijngevechten zoals kata’s; ze zijn ontwikkeld om techniek en kwaliteit blijvend te verfijnen.
In tegenstelling tot veel andere vechtsporten kent Ving Tsun geen bandensysteem. Kwaliteit kun je niet in kleuren uitdrukken. Iedereen ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, afhankelijk van inzet en trainingsfrequentie.
Ook wordt binnen de VTKFIA niet meegedaan aan wedstrijden. Handschoenen en sportregels veranderen het karakter van een gevecht te veel en geven een vertekend beeld van effectiviteit. Daarnaast hechten wij weinig waarde aan traditionele titels als Sifu of Sigung; het draait om de het vechtsysteem, niet om de formaliteiten.
Er bestaan verschillende schrijfwijzen — Wing Chun, Wing Tsun, Ving Chun — vooral ontstaan door uiteenlopende interpretaties en stromingen na het overlijden van IP Man.
Hoewel Ving Tsun in Nederland minder bekend is, komt dat vooral doordat het hier nog niet zo lang wordt beoefend en commerciële uitbouw beperkt is. De focus blijft liggen op het systeem zelf, niet op merchandising of populariteit.
En tot slot: het verhaal dat Ving Tsun zou zijn gebaseerd op dieren als slang of kraanvogel is een mythe, ooit bedacht om de stijl exotischer te laten klinken. Wong Shun Leung zei eens in een interview; “Mijn lichaam lijkt niet op dat van een kraanvogel — anders had ik wel kunnen wegvliegen. Het deel dat op een slang lijkt, gebruik ik niet om mee te vechten.”
